Op de bres voor ‘mineraliteit’

Mineraliteit is waarschijnlijk één van de meest controversiële onderwerpen in de wijnwereld. De term wordt veel gebruikt om geuren en smaken van een wijn te duiden waarvan de gedachte vaak is dat deze afkomstig zijn van de bodem waar de druivenstok op groeit. Volgens sommigen is dat complete nonsens en zijn wijnstokken helemaal niet in staat om mineralen uit de bodem in zijn druiven te stoppen, maar toch wordt mineraliteit veel gebruikt in proefnotities. Ik denk dat de waarheid in het midden ligt en spring met alle liefde op de bres voor één van mijn favoriete geur en smaak omschrijvingen: mineraliteit.

Kimmerdige bodem is Chablis, befaamd om haar minerale chardonnay wijnen | bron: chablis-wines.com | tekst gaat door onder de foto

Van bodem tot druif

Als we het hebben over mineralen in wijn leggen we al snel de connectie tot de bodem. Een minerale bodem, zoals Kimmeridge in Chablis, zou namelijk leiden tot een wijn met veel mineralen… toch? Dat verband is helaas niet helemaal waar. Een bodem, waar deze dan ook vaak gemaakt is, zit in meer of mindere mate vol met voedingsstoffen. Een deel van deze voedingsstoffen zijn mineralen, zoals ijzer, kalium en zwavel, maar deze dienen vrijwel alleen voor het laten groeien en gezond houden van de druivenstok en hebben geen directe invloed op een zogenaamde “minerale” smaken van wijn. Geologische mineralen, zoals de gesteente in een bodem, kunnen niet door een druivenstok worden opgenomen en hun smaak afgeven aan de druiven. Je kunt de bodem dus niet “direct” in de wijn proeven.

En ’terroir’ dan?!

De term terroir is wat verwarrend. Het woord is afgeleid van het Franse woord voor aarde (terre) maar is veel meer omvattend dan alléén de bodem. Het best kun je terroir zien als een lastige formule waarbij je het klimaat, de druivensoort, de ligging van de wijngaard, omliggende flora en fauna, de bodem en zelfs de wijnmaker en bijbehorende tradities van de regio met elkaar mag vermenigvuldigen, delen, optellen aftrekken om tot een uitkomst te komen in de vorm van wijn. Bodem is lijkt hierin door het woord terroir een belangrijke speler, maar dat valt eigenlijk reuze mee. De belangrijkste functie van de bodem is dat het een moderator is voor de andere elementen van terroir. Zo kan een bepaalde bodemsoort, bijvoorbeeld leisteen, de warmte vasthouden waardoor het klimaat een ander effect heeft op de wijngaard en er zo een uniek microklimaat ontstaat.

Een schematische weergave van de term terroir | tekst gaat door onder de foto

Verzamelterm

Hoe zit het dan met mineraliteit? Is deze term, die we toch met een behoorlijke regelmaat tegenkomen, dan echt complete onzin? Niet helemaal. Het proeven van wijn draait namelijk niet om het herkennen van de exacte bestandsdelen ervan, maar om associaties die we maken om te duiden wat we ruiken en proeven. Wijn is niet veel meer dan vergist druivensap en de aroma’s van bijvoorbeeld citroen, leer of zelfs bloed komen niet door het toevoegen daarvan, maar zijn associaties die onze hersenen leggen met de geuren en smaken die we ruiken en proeven en alles dat we ooit geroken of geproefd hebben. Laten we mineraliteit daarom ook niet (onterecht) benoemen tot letterlijk bestanddeel van de wijn, maar een term om te omschrijven wat we ruiken en proeven zoals we dat ook bij alle andere aroma’s doen. Want ondanks dat we het niet letterlijk in de wijn kunnen vinden, snappen we namelijk vaak wel van elkaar wat we ermee bedoelen. In mijn persoonlijke smaakdatabase is mineraliteit een verzamelterm voor de smaken en aroma’s als (zee)zout, kalk en (vuur)steen. Laten we stoppen met de verkettering van het woord en het juist omarmen want mineraliteit is niet beter of slechter dan andere associaties die we maken als we bewust met wijn bezig zijn. Het feit dat de term überhaupt voet aan de grond heeft gekregen (ha!) zegt natuurlijk al veel over de functionaliteit ervan.

Tot slot

En toch is het gek, dat niet bestaande verband tussen bodem en minerale associaties in een wijn. Terwijl ik dit schrijf denk ik terug aan de prachtige minerale rieslings uit de Mosel, flinty chenin blancs uit Vouvray en chalky chardonnays uit Chablis die ik heb geproefd. Stuk voor stuk kalkrijke bodems die vol mineralen zitten. Hebben we misschien nog te weinig kennis over het kunnen van planten? Of houden we onszelf gewoon voor de gek? In ieder geval voegt de gedachte dat we de bodem zouden kunnen ervaren in de geur en smaak van de wijn veel toe aan de subjectieve beleving van wijn en wijn is immers ook grotendeels emotie.

Chenin blanc afkomstig van een silex bodem waarbij het etiket weinig aan de verbeelding over laat

Informatiebronnen:

Kelderprater

  • Rik Hogeland

    Rik richtte de website Kelderpraat.nl en bijbehorende Instagramaccount op om tijdens de lockdowns bezig te kunnen blijven met wijn. Een uit de hand gelopen hobby, net als zijn voorliefde voor wijn an sich. Rik ziet wijn als een geweldige combinatie van historie, technieken, geografie, wetgeving en marketing en heeft een voorliefde voor de grote klassiekers én verrassende & eigenzinnige wijnen.

Written by

Rik richtte de website Kelderpraat.nl en bijbehorende Instagramaccount op om tijdens de lockdowns bezig te kunnen blijven met wijn. Een uit de hand gelopen hobby, net als zijn voorliefde voor wijn an sich. Rik ziet wijn als een geweldige combinatie van historie, technieken, geografie, wetgeving en marketing en heeft een voorliefde voor de grote klassiekers én verrassende & eigenzinnige wijnen.

previous thumbnail
Previous Post
Climate change: hoe past de wijnwereld zich aan?
Next Post
‘Port Primeur’: kwaliteit of keiharde cash cow?
next thumbnail

Leave a comment